Solliciteren met een beperking – Hoe doe je dat?

Wat voor iemand zonder beperking(en) vanzelfsprekend is, is voor een werkzoekende met een beperking een heel ander verhaal. Solliciteren is natuurlijk altijd spannend, maar wanneer je te maken hebt met een arbeidsbeperking kan het nog spannender zijn. Je kunt het gevoel hebben met 1-0 achter te staan. Soms word je bij voorbaat al niet voor een gesprek uitgenodigd of kom je niet door de eerste ronde vanwege je beperking. Met behulp van een aantal tips proberen we solliciteren makkelijker te maken.

Welke baan past bij welke beperking?

Natuurlijk is het soms lastiger om met een beperking een passende baan te vinden. Toch zijn er veel mogelijkheden en kansen. Een fysieke handicap zal je belemmeren in zwaar lichamelijk werk, maar werk waarbij je beweging afwisselt met rust is juist wel mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een administratieve functie.

Met een zintuiglijke handicap kun je veel verschillende functies bekleden, zeker als een werkgever bereid is om aanpassingen te doen aan jouw werkplek. Zo kun je heel goed de verkoop in, maar ook veel andere kantoorfuncties behoren tot de mogelijkheden.

Heb je een chronische ziekte? Dit leidt mogelijk op verschillende manieren tot beperkende situaties tijdens je werk. Het kan zijn dat je wat vaker naar het ziekenhuis moet, of dat je gevoelig bent voor het werken met bepaalde stoffen.

Verder zijn de mogelijkheden bij chronische ziekte echter vrij uitgebreid, want een groot deel van de beroepsbevolking heeft een chronische ziekte. Je bent dus absoluut niet de enige!

Mentale beperkingen bieden veel perspectief op het vinden van een passende baan. Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden voor iemand met een verstandelijke beperking, denk maar aan het bekende concept Brownies & Downies. Ook zijn er vaak ondersteunende werkplekken bij bijvoorbeeld kopieerwinkels, fietsenwinkels en supermarkten.

Als je bijvoorbeeld dyscalculie of dyslexie hebt, zijn er genoeg opties voor een passende baan, bijvoorbeeld in de creatieve of sociale sector.

“Wat kan ik?”

Tip 1: Focus op wat je wél kunt
In de eerste plaats onderzoek je het antwoord op de vraag ‘wat kan ik?’. Hierbij richt je je vooral op wat je binnen de grenzen van je beperking wél kunt. Als je last hebt van slechthorendheid of doof bent,kun je bijvoorbeeld beter als webcare medewerker aan de slag dan in een callcenter. Denk daarom in mogelijkheden, en vraag je daarbij af in welke mate jij je functie naar behoren kunt uitvoeren en/of de functie je aandoening niet verergert.

Loop overigens niet voorbij aan vragen als ‘wat wil ik?’, ‘wie ben ik?’ en ‘wat zoek ik?’. Ga dus op zoek naar een functie die je niet alleen met je beperking goed uit kunt voeren, maar die je ook leuk lijkt.

Heb je een duidelijk beeld van waar je naar op zoek bent? Dan is een cv maken de volgende stap die je zet.

Tip 2: Vermeld je beperking niet op je cv
Op je cv vermeld je niets over je beperking. Enkel je opleidingen, werkervaring en eventuele vaardigheden die voor de functie van belang kunnen zijn, hoeven op je cv te staan.

Ook vrijwilligerswerk en extra taken, zoals penningmeester van de buurtvereniging, kun je natuurlijk vermelden. Een cv maken is voor iemand met een beperking feitelijk niet anders dan iemand die dat niet heeft.

Tip 3: Benoem de hulpbronnen
Heb je eerder een WAO-uitkering gehad? Lees je dan ook in op de voordelen hiervan voor je toekomstige werkgever. Veel werkgevers zijn namelijk niet op de hoogte van alle financiële tegemoetkomingen die er zijn bij het in dienst nemen van een werknemer met een arbeidsbeperking.

Het is dus handig om hier vast in je sollicitatiebrief naar te verwijzen. Denk dan bijvoorbeeld aan subsidies voor noodzakelijke aanpassingen op de werkplek, begeleiding door een jobcoach en de mogelijkheid tot een proefplaatsing met behoud van uitkering.

Mag je op gesprek komen? Zorg er dan voor dat je een duidelijk overzicht hebt van die tegemoetkomingen. In combinatie met jouw kennis en kunde kan dat een werkgever misschien net over de streep helpen. Op deze pagina van de Rijksoverheid lees je meer over deze tegemoetkomingen.

Hoe bereid je een sollicitatiegesprek voor?

Uitgenodigd voor een gesprek? Dan is het tijd om je goed voor te bereiden op je sollicitatiegesprek. Bedenk welke vragen er gesteld kunnen worden, lees je in over de potentiële werkgever en bedenk vragen die je wil stellen.

EXPERT TIP
Ook belangrijk: denk na over of en wanneer je je potentiële werkgever vertelt over je beperking. Volgens de regels ben je alleen verplicht om te vertellen over beperkingen als het je in je werkzaamheden belemmert.
Een voorbeeld: stel dat je een visuele handicap hebt en solliciteert naar een functie waarvoor een goed zicht van toegevoegde waarde, maar niet essentieel is. Omdat je beperking je kan belemmeren in hoe jij functioneert, ben je verplicht je mogelijke werkgever hiervan op de hoogte te stellen. Is er geen invloed op je functioneren, dan hoef je het niet te vertellen.

Je hoeft dus niets te vertellen over je beperking als het je functioneren niet belemmert. Toch willen veel mensen open kaart spelen om te voorkomen dat hun beperking uiteindelijk naar voren komt en de werkgever daarover valt. Maar wat vertel je dan en wanneer doe je dat?

“Bespreek ik het wel of niet?”

Tip 1: licht je beperking later in het gesprek toe
Steek niet direct van wal over je beperking tijdens het eerste gesprek. Jij bent niet je beperking en zo wil je jezelf niet profileren. Overtuig je gesprekspartner er eerst van waarom uitgerekend jij geschikt bent voor de functie. Je kunt beperkingen bijvoorbeeld ook toelichten tijdens een tweede gesprek of het arbeidsvoorwaardengesprek.

Heb je een zichtbare handicap of beperking, bespreek dit dan wel kort tijdens het eerste gesprek. Een werkgever mag overigens nooit uit eigen beweging naar je gezondheid vragen. Je bent dus niet verplicht hier een antwoord op te geven. Doe je dit wel, geef dan aan dat je conditie geen belemmering is voor de functie.

Heb je een aangepaste werkplek nodig, bijvoorbeeld omdat je een fysieke handicap hebt, vermeld dit dan ook pas in je laatste gesprek. Werkgevers zijn in dat geval al overtuigd van je kunnen en gaan sneller overstag dan wanneer ze die binding nog niet met je hebben.

Tip 2: houd het kort en positief
Ga geen ellenlang gesprek aan over je beperkingen. Meld het kort en benadruk liever wat je wél kan in plaats van wat je niet kan. Houd het positief en wees zelfverzekerd over de kwaliteiten die jij zou toevoegen als werknemer.

Tip 3: Geef de moed niet op
Wanneer je toch te maken krijgt met een afwijzing op je sollicitatiebrief, kan het pittig zijn om verder te gaan met solliciteren. Geef de moed niet op! Vraag waarom je niet bent uitgenodigd, zodat je weet wat je een volgende keer anders of beter kunt doen. En zorg dat je ondersteuning hebt in je omgeving, zodat je je teleurstelling kunt delen en daarna weer door kunt gaan. De baan die bij je past vind je heus wel!

Deze pagina is overgenomen van: cvster