Mijn vader

Ik ben terug in mijn geboorteplaats Goor, bij mijn tante. De reden is niet leuk, want mijn vader is toch nog onverwacht overleden. Er komen veel herinneringen boven. Eigenlijk voel ik vooral medelijden, want hij had namelijk ook een beperking. Maar zijn beperking was niet zichtbaar en is in zijn jeugd helaas niet onderkend.

Mijn vader (Frans) was als kind erg druk en is daarom naar een kostschool gestuurd. Want daar was zijn oudere broer ook geweest, en dat was heel goed gegaan. Op die kostschool, het Jongensinternaat Maria Mediatrix in Azelo, probeerden fraters (nog net geen paters) het gedrag van mijn vader bij te sturen door middel van een streng beleid. Ik heb vaak gehoord dat er een vreselijk streng en vaak onterecht regime gold.

Mijn vader is nooit genezen van zijn innerlijke onrust, hij was vaak een nerveuze, ja zelfs onhandelbare man. Maar hij was ook een goed mens dat altijd de familie bijeen wilde hebben. Er zijn veel foto’s gemaakt in restaurants, waar wij als gezin dineerden. Ja, ik heb een goede jeugd gehad en nu, nu begrijp ik hoeveel moeite het mijn vader gekost moet hebben. Zijn onzichtbare beperking is zwaarder geweest dan mijn beperking ooit zal zijn. Bedankt Frans.

Dinand Brummelhuis