Baa, ting, klap, beng, tsjin, boem en toem

Op de cursus RGM – Ronnie Gardiner Methode – maken we rare geluiden en slaan we op onze benen. Ja, echte dijenkletsers, we lachen wat af. En dat allemaal in een poging nieuwe verbindingen te maken tussen onze linker- en rechter hersenhelft. Ronduit hilarisch.

Het is de bedoeling dat we verschillende dingen tegelijk doen, waarbij we meerdere gebieden in de hersenen stimuleren. En dat heeft heel wat voeten in de aarde. De methode is dan ook ontwikkeld door een drummer, Ronnie Gardiner, en drummers gebruiken tegelijkertijd beide voeten en beide handen. De benamingen die we roepen zijn klanknabootsingen van drumgeluiden.

Links is ook nog ‘s rood en rechts is blauw. Een klap op je linkerdij heet ‘baa’ en wordt aangegeven met een half rood ‘haltertje’ dat naar links wijst:

Een klap op je rechterdij heet ‘ting’ en wordt aangegeven me een half blauw ‘haltertje’ naar rechts:   

Een compleet en gevuld rood/blauw haltertje  is ‘klap’ en dan klap je ook in je handen.

Een eveneens compleet, maar leeg haltertje  heet ‘beng’, een klap op beide knieën.

Verder heb je nog een rood linkervoetje ‘tsjin’  en een blauw rechtervoetje ‘boem’

En beide rood/blauwe voetjes naast elkaar heten ‘tjom’, dan til je ze tegelijkertijd op. Een rood half haltertje + voetje is bick, dan sla je op je linkerbeen dat je dan optilt. Hetzelfde rechts (blauw) heet ‘toem’. De hele choreografie wordt op de muur geprojecteerd in een powerpointpresentatie.

Als je een symbool of een woord in beeld ziet moet je het bijbehorende geluid zeggen en maken. En dan ook op het ritme van een nummer, bijvoorbeeld Fever van Peggy Lee, of Miss You van de Rolling Stones, of Wade in the Water van Eva Cassidy. En nog een paar aansprekende liedjes. Dat ritme helpt overigens goed, maar als je niet heel goed oplet ben je er zo uit en moet je verderop weer op het juiste moment invallen.

Tijdens de les zijn we geconcentreerd bezig met kijken, geluiden maken, onszelf slaan en af en toe in onze handen klappen. En om onszelf lachen.

Het is knap lastig en het gaat dan ook niet altijd goed. We moeten thuis oefenen met voetjes en haltertjes op bepaalde nummers. De choreografie, dus de plaatjes met symbolen, en de bijbehorende muziek worden ons elke week gemaild door de juf, Judith Kamerman.

We hebben veel plezier, dat wel. Nu maar hopen dat onze cognitieve vermogen verbeteren, want dat is de hele opzet van deze cursus. Het is natuurlijk de bedoeling dat we na afloop van de cursus thuis doorgaan met oefenen. Want anders heeft het misschien geen zin gehad.

 

Annelies Konijnenbelt